Kappertjes

Onze producten

Zilveruitjes
Augurken
Kappertjes
Atjar
Rode biet
Rode kool

Kappertjes zijn de ongeopende bloemknopjes, geconserveerd in zout of ingelegd in azijn, van de kappertjesplant, Capparis spinosa (uit de kappertjesfamilie Capparaceae). De plant wordt gekweekt in landen met een mediterraan klimaat. Het woord ‘kappertje’ is afgeleid van het Griekse woord kapto (κάπτω), dat ‘bijten’ betekent en de doornen van diverse soorten binnen het geslacht Capparis beschrijft. Kappertjes hebben een blauwgroene kleur en een frisse typische, zure smaak.

Kappertjes worden geclassificeerd op hun diameter zoals hieronder aangegeven. Kleine maten zijn zeldzamer en daardoor waardevoller.

  • Lilliput (3-5 mm.)
  • Non-pareille (5-7 mm.)
  • Surfine (7-8 mm.)
  • Capucine (8-9 mm.)
  • Capote (9-11 mm.)
  • Fine (11-12 mm.)
  • Gruesas (> 12 mm.)

Kappertjes kunnen zowel heel of verwerkt in een pasta geconsumeerd worden, afhankelijk van de wens van de consument. Daarnaast worden ze onder andere gebruikt in sauzen, eiergerechten, op broodjes gerookte zalm of rauw vlees, bij visgerechten en op pizza’s.

Als de kapperknopjes niet op tijd worden geplukt, bloeien ze uit tot kapperappeltjes. Ze zijn harder dan kappers en hebben zaden. Zoals kappertjes, worden ze geclassificeerd naar maat zoals hieronder aangegeven:

  • 0 – 15 mm
  • 15 – 18 mm 
  • 8 – 22 mm

Kapperappeltjes kunnen naar wens in pekel worden geproduceerd.